Waar het verhaal van
Mevrouw Thea precies begint, is niet helemaal duidelijk. Het begint namelijk erg lang
geleden. Ik denk toen de dieren nog spraken…
Mevrouw Thea liet voor het eerst van
zich horen toen kleine, vreemde, eigenlijk botweg lelijke figuurtjes hip waren.
Figuurtjes met fluo weerbarstig en stekelig haar. Met zeer gekke bekken. En
bovenal erg naakt. Mevrouw Thea verhielp dit laatste euvel en met behulp van
moeders naaimachine en enkele minuscule restjes stof kon iedereen zich zonder
problemen in het openbaar vertonen.
Noot: de andere eigenschappen van deze
wezens werden toen eerder als bijzonder aantrekkelijk waargenomen.
Mevrouw Thea liet enkele jaren later opnieuw
van zich horen. In het hoofd van twee puberende tienermeiden – die de tijd nog
niet mochten verdrijven met drinken, uitgaan, jongens of andere
onhebbelijkheden –ontsproot het idee om een groot deken te maken van allemaal
exact even grote (maar veel te kleine) vierkante stukjes stof. Ja, er werden
nagels afgebeten, ja, er werd gevloekt en ja, er werd getwijfeld of er ooit een
einde aan kwam. Maar het resultaat mocht er zijn. Een heerlijk warm
lappendeken. Goed tegen koude harten, maakten we ons wijs.
De jaren nadien bleef Mevrouw Thea op
de achtergrond. Het leek wel of de gevoelens die zich ooit tijdens de lessen
handwerk in de lagere school in het hoofd hadden genesteld, nu meer dan ooit
aanwezig waren. Gevoelens die geleid hebben tot de kleinste gehaakte muis in de
geschiedenis van het eerste leerjaar, het meest scheve, net niet gebroken,
gebreide hart in het derde leerjaar en het meest afschuwelijke op dunne rietjes
geweefde figuurtje in het vierde leerjaar. Gevoelens die ‘handwerk’ ronduit
bestempelde als vies.
Maar Mevrouw Thea was sterk en dook
terug op in de aanblik van een stokoude, loodzware, ontzagwekkende naaimachine.
Zo eentje dat niet stuk gaat, of wil gaan. Zo eentje dat geen handleiding meer
heeft. Zo eentje dat je door de eerste onbegrijpelijke patroonuitleg loodst (al
moet daar ook een moeder voor bedankt worden). Zo eentje dat door anderen vol
bewondering wordt bekeken. Zo eentje dat je vervloekt, maar ook op uw
nachttafel zou willen zetten. Zo schoon.
En nu begint Mevrouw Thea pas echt,
met hulp van de man die misschien niet helemaal de passie voor de stofjes
deelt, maar wel de passie voor de vrouw met de passie voor de stofjes. Of
zoiets. (Het is ook die man die de loodzware naaimachine kan dragen.) En laat
een passie voor stofjes net datgene zijn wat je bij Mevrouw Thea kan
terugvinden.